februari 2024 - making money (1)

Nu de contouren van onze King Arthur zichtbaar worden, is het ook tijd om aan de slag te gaan met het aanschrijven van fondsen en het verkrijgen van subsidies. Voor alle duidelijkheid: onze koorvereniging ontvangt geen structurele subsidies van gemeenten en/of provincie. Onze koorvereniging heeft ook geen verborgen vetpotten, waar we op kunnen teren en waarmee we naar believen onze eigen zanghobby’s kunnen uitoefenen. Nee, wanneer wij de boer opgaan om subsidies te verwerven zullen wij iedere keer weer moeten aantonen wat de meerwaarde van onze productie is op cultureel en/of maatschappelijk gebied. Wij doen dat door bijvoorbeeld de samenwerking aan te gaan met andere koren, instellingen en instanties.
Voorbeelden: de Primasscholengroep, in de gedramatiseerde Matthäus-Passion in 2023; het Watersnoodmuseum in het grote requiem van Douwe Eisenga, ook in 2023; Vocaal Ensemble Cantare, in meerdere producties; het Souvenir Jeugdkoor, het Zeeuws Jeugdorkest, en de Zeeuwse Muziekschool met haar strijkersensemble Con Legno in het decemberconcert 2023, en nu in King Arthur weer met Fontys Academy of the Arts en de Balletschool Middelburg.
Het zijn projecten waar je heel veel (tijd) in investeert, maar als de liefde van twee kanten komt ook enorm renderen.

De kosten van twee concerten* van King Arthur ramen we op circa € 50.000.
Circa € 20.000 van de inkomsten moeten uit de kaartverkoop komen, en circa € 30.000 uit subsidies, sponsoring en advertenties.
Bij het opzetten van een nieuwe productie, van een nieuw concert starten wij met een budget van € 0,00 in de pocket. Onze penningmeester kan op basis van de kengetallen van de kosten van een orkest, solisten en dirigent, van huur concertlocatie en alle overige kosten een goede inschatting maken van de totale kosten.
Daarnaast rekenen wij ons nooit rijk met de opbrengst van de kaartverkoop. Daar ligt meestal een behoorlijke opdracht voor de leden; idem bij het verwerven van advertenties.

Wordt vervolgd.

*In mei 2024 hebben we het besluit moeten nemen om het aantal voorstellingen van King Arthur terug te brengen van drie naar twee.